Max. 2 personen tegelijk op de baan. Groep max. 4 personen. Les gaat altijd door ook als er minder aanmeldingen zijn. 

Zelfde dag en tijd, zelfde leraar.

basis skihouding.

Basis skihouding.

Skiën is, zoals we weten, een sport die zich voortdurend ontwikkelt. We moeten ons lichaam bewegen in de richting waar we naartoe willen en de ski’s door elke bocht laten leiden.

In de wereld van het skiën beschrijft de skihouding, hoe we op de ski’s staan en hoe we door de ski’s” gedragen” worden.

We moeten ons in verschillende richtingen kunnen bewegen op de ski’s, zodat we in balans blijven.

Een goede houding is als we onze gewrichten goed kunnen bewegen en ons evenwicht vinden. Hierdoor kunnen we ons lichaam efficiënt gebruiken. Alleen onze voeten kunnen ons helpen om evenwicht en kracht te voelen als we skiën.

Dit betekent dat onze houding niet statisch kan zijn: deze moet met de bocht en de krachten die door de bocht ontstaan, in beweging zijn. Wij maken gebruik van alle andere basisbewegingen (rotatie, kanten en drukverdeling) die nodig zijn om goed te skiën.

Centrale stand.

Skiën, en dat is ook bij andere bewegingssporten, eist om te beginnen een bewegingsbereid zijnde houding. In balans staan en bewegingsbereid zijn, vindt plaats in de dynamische bewegingsuitslagen van de voet/enkel. We hoeven niet altijd in het midden van de voet te staan om evenwicht te vinden. We kunnen op drie manieren binnen de dynamische bewegingsuitslagen van de voet/enkel staan: midden-midden, midden-voorwaarts en midden-achterwaarts.

De manier waarop je je enkels beweegt en de inzichten van de skileraren of landen zijn verschillend. In sommige landen geven skileraren de voorkeur aan een bepaalde houding, maar in veel gebieden zien we alle drie de houdingen.

Tijdens de Interski ’99 is er door vooraanstaande landen hierop gewezen en lieten deze zien waar ze hun accenten leggen. Wat de visie in Nederland is, weet ik niet. Degene die daar verantwoordelijk voor is, heeft nog niets gepubliceerd.

Midden-midden houding.

De midden-midden houding was zeer favoriet bij Zwitserland en Frankrijk op Interski ’99.

De heupen zitten direct boven de voeten.(foto 1)

Alle gewrichten zijn licht gebogen en bevinden zich keurig onder het lichaam.

Het gewicht van de skiër rust in de hoek van het scheenbeen en de voet.

Fig. 1.

Ook de PSIA (Amerika) en de leiding van Portes du Ski te Ridderkerk, geven de voorkeur aan deze houding bij het begin van het aanleren van het skiën.

Het is een neutrale en effectieve stand. Uit deze houding kan de skiër elke soort bocht maken.

Als de spieren ontspannen zijn, kunnen ze optimaal gebruikt worden.

Het belangrijkste is dat je alle basisbewegingen (balans, kanten, rotatie en drukverdeling) makkelijk kunt doen.

De midden-midden houding is een goede manier om skiën te leren, maar niet altijd de juiste.

Goede skiërs zullen slechts een deel van de bocht in deze houding staan. Dit is omdat je de hele ski moet gebruiken om niet uit de bocht te vliegen bij hogere snelheden.

Op makkelijker terrein, wanneer de skiër meer ontspannen skiet, zul je zien dat deze in een groter deel van de bocht meer de midden-midden houding staat.

De skiër zal meer in de midden-midden houding staan als hij op een steilere en uitdagendere helling staat. De ski’s willen uitvliegen of de bocht in duiken als de skiër te ver naar achteren of naar voren gaat op een steile helling.

In fig. 1 boven, laten de kruisjes zien waar het beste de midden-midden houding in de verschillende bochten toegepast kunnen worden.

Midden-voorwaarts houding.

Bij Duitsland en Italië op Interski ’99 lijken de heupen op dezelfde plek te zitten als bij de midden-voorwaartse houding. Omdat de enkels gebogen zijn, is het gewicht van de skiër meer op de voorvoet en het voorste deel van de schoen gericht.

Foto 2.

De midden-voorwaarts houding is vaak zichtbaar bij het begin of de top van een bocht. De skiër kan hierdoor de ski’s snel op de kanten zetten door de enkels te buigen en de ski’s de bocht in te duwen. Een uitzondering op deze regel is het skiën op steil terrein. Hier laten de skiërs een sterke buiging zien van de enkels aan het einde van de bocht, dit om in één keer veel druk op te vangen.

Als een skiër voor deze houding in het grootste deel van de bocht kiest, dan zal de bocht scherper zijn en de gemiddelde skiër zal de achterkanten van de ski’s niet gebruiken aan het einde van de bocht. Het uitsturen en dus het remmen wordt moeilijker.

Daarom is het beter de midden-voorwaarts houding, maar voor een deel van de bocht aan te houden, dan in het grootste deel van de bocht.

In fig. 2 laten de kruisjes zien waar een skiër in een bocht het beste de midden-voorwaarts houding kan staan.

Midden-achterwaarts houding.

Deze houding, die populair was bij Japan en Canada op Interski ’99, lijkt op de midden-achterwaarts houding, maar doordat de enkel meer open is, is het gewicht van de skiër meer geconcentreerd op de hielen.

Foto 3.

Meestal zien we de midden-achterwaarts houding aan het einde van een bocht. Dit komt doordat als een skiër een bocht wil afmaken, deze de enkels iets moet strekken om druk op de achterkant van de ski’s te houden om zo de bocht af te maken (remmen).

Een open enkel stand zien we vaak op steile hellingen of daar waar snelheidscontrole van belang is, als meest voorkomende fout. De ski’s hebben de neiging om de berg op te willen. De onervaren skiër zal steeds achterstevoren komen te staan en daarna naar achter glijden.

Een goede skiër kan door druk te geven op de punt van de ski, door de enkel te strekken alsof hij gasgeeft in een auto, dit corrigeren.

Als een skiër voor deze houding in het grootste deel van de bocht kiest, dan zien we een klein verschil in de vorm van de bocht t.o.v. de andere houdingen.

De bocht zal in het begin opener en groter zijn en zal scherper aan het einde van de bocht zijn.

In fig. 3 laten de kruisjes zien waar in de bocht het beste de midden-achterwaarts houding gestaan kan worden.

Conclusie.

De kunst van goed=functioneel skiën is spelen met deze drie uitgangshoudingen.

Bijvoorbeeld, ben je een skiër die altijd in de midden-midden houding wil staan, ga eens op een goed geprepareerde helling spelen met de enkels.

Trek je tenen naar je schenen en voel hoe je enkels sterker gebogen worden. Duw nu de tenen naar beneden, net als gas geven in de auto, dan voel je hoe de enkels meer open gaan staan. Kijk nu eens naar het effect dat dit geeft op de ski’s t.o.v. de sneeuw.

Het is te bekritiseren dat deze verschillende houdingen nu pas aangereikt worden en dat door de verfijnde bewegingen van de enkel deze houdingen worden veroorzaakt.

Elk van deze houdingen zorgt ervoor dat de skiër in balans blijft en dat de grootte van de bocht kan toe – of afnemen op elk soort terrein.

Uiteindelijk Optimale perfectie is geboden.

Een van de mooiste dingen bij het skiën is dat we steeds weer uitdagingen krijgen aangereikt door de elementen; de sneeuwsoort, de hellingshoek en de ondergrond.

Goede skiërs en/of skileraren zijn niet zij die aan een bepaald plaatje werken (spiegels) maar het zijn zij die ervan uitgaan dat de situatie bepaald wat er gedaan moet worden. De situatie bepaalt welke houding en wat verder te doen. Situatief skiën geeft het meeste plezier in de sneeuw.

Probeer eens een Buckle piste, een ijshelling, of diepsneeuw piste op deze wijze te bedwingen. Je zult merken dat als je alle uitgangshoudingen via de enkels gebruikt, het terrein vriendelijker wordt en de ski’s optimaal in alle mogelijkheden benut zullen worden.

Skiën is fun, is plezier hebben in de sneeuw en spelen met de elementen.

Contact, informatie.

Skitechniek/pmts

Scroll naar boven