Onze benadering van de parallelskitechniek.
PMTS zonder kracht parallelskiën. | |
ski’s | Positie van de ski’s afhankelijk van de situatie. Breder op een ijzige piste smal in de verse sneeuw en in de buckles. Benen max. 15 cm uit elkaar. De ski’s zijn meer boven elkaar als uit elkaar. De afstand tussen de bovenbenen blijft gelijk. In de bochten zijn de ski’s meer boven elkaar dan uit elkaar. Afhankelijk van snelheid en hellingshoek. |
stokken | Te veel mensen gebruiken de stokken geheel niet. Plaats de stok daar waar de vallijn de binding kruist, richting de vallijn. Zeker geen voorwaartse beweging of de stok prikken maar tippen. De stokken zullen de bewegingen ondersteunen. |
spanning | De rompstabiliteit is erg belangrijk. Door je lichaamsspanning ontstaat er een basis waartegen de ski’s kunnen duwen. Zo kan het lichaam door de ski’s steeds in een bepaalde richting geduwd worden. |
draaien | 1. counter balans en 2. counteracting. Ad. 2. Tegen druk geven op de ski’s.De enkels buigen Zo ontstaat er weerstand op de druk welke de ski krijgt op de voet. Steunen = actief. |
hoek | Probeer het binnenbeen meer te buigen met sneeuwcontact, dan zal het buitenbeen zich automatisch strekken. Door het ene been te buigen wordt het andere been gestrekt. Groot verschil met de traditionele benadering want daar moet het been actief gestrekt worden. |
dynamisch | De ski’s bewegen onder het lichaam door en er zal steeds in balans op de ski’s gestaan moeten worden. De ondergrond duwt tegen de ski’s en met deze kracht zal gewerkt moeten worden. Gewicht verplaatsen van de ene naar de andere ski (Transvere) Insturen en uitsturen van de bocht. |
Werken met de verschillende krachten zoals de zwaarte kracht, de wrijving en centrifugaal kracht. | |
de ski’s | De ski’s doen het werk. Door vlak leggen (release) wordt de druk van de ski’s gehaald en door te kanten (edging) wordt de druk opgebouwd en zullen de ski’s van richting veranderen. Dat gebeurt bij het insturen van de bocht. |
Door gebruik te maken van de tegendruk geleverd door de sneeuw en de zwaartekracht ( = snelheid) worden de ski’s gedraaid en draait het lichaam mee. |
Verschillen.
Dat er grote verschillen zitten tussen de verschillende benaderingen laten deze foto’s van deze skiërs zien.
Parallelskiën is meer dan alleen met de ski’s naast elkaar (parallel) skiën wat vaak gedaan wordt.
Er komt ook balans bij en de bewegingen of vaardigheden om in balans op de ski’s te staan. Vaak ontbreekt het aan deze vaardigheden en kost het veel kracht en inspanning om zo parallel te skiën.
Met de juiste vaardigheden kost de techniek veel minder kracht en inspanning.
Het is dan door de ski’s gedraaid worden en niet de ski’s draaien.
De rechter skier heeft onze voorkeur.
Kijk naar:
- de afstand tussen de bovenbenen,
- de gekante ski’s,
- de stand van de onderste knie. H-frame en A-frame.
- stand van de schouders.
- heupen
Hoe moeten de krachtlijnen lopen om zo geen negatieve invloeden hebben op de gewrichten.
Hierin onderscheidt de PMTS benadering zich.
Bij het skiën bestaat een bocht uit twee delen:
parallelskiën of skiën met de ski’s parallel gaat het om het volgende:
A. Het insturen van de bocht = naar de vallijn = naar het dal. (high C) Hier wordt geremd en van richting veranderd.
B. Het uitsturen van de bocht = van de vallijn = haaks op de berg.(low C) Hier wordt de snelheid en/of de richting bepaald.
Door eerst te leren uitsturen = stoppen met de ski’s naast elkaar wordt de angst om te snel te gaan voorkomen, want uitsturen is stoppen is haaks op de helling staan.
Steeds is het belangrijk waar wil ik niet naartoe. Bij het inzetten van de bocht wil ik niet verder die kant op, daarom ga ik de andere kant op als ik me tegenhoud.
Dat doe ik door de ski’s te kantelen.
De ski’s worden in de richting gekanteld waar ik naartoe wil.